Recensie: Het jaar van de kreeft van Toneelgroep Amsterdam / Luk Perceval

●●●●○

 

HET JAAR VAN DE KREEFT

TONEELGROEP AMSTERDAM / LUK PERCEVAL 


Door RiRo, gezien 26 maart 2016


In Het jaar van de kreeft van Luk Perceval zijn lichaamstaal, beweging en live uitgevoerde muziek minstens zo belangrijk als woorden. Perceval snoeide stevig in de tekst van de roman van Hugo Claus uit 1972, en bracht die terug tot de dialogen tussen de twee hoofdpersonages. Met alleen als het voor het begrijpen van het verhaal strikt noodzakelijk is een monologue intérieur van de 'hij'.

Dat blijkt een gouden greep. Want alle focus gaat daardoor naar de kern, naar de door seksuele verlangens gedomineerde relatie van de twee geliefden. Gijs Scholten van Aschat als de 'hij' is ingetogen in zijn bewegingen, want ingehouden en gecontroleerd in het uiten van zijn gevoelens. Maria Kraakman beweegt expressiever, maar wel heel esthetisch, want als 'zij' is ze grilliger en onvoorspelbaarder.

Zowel Scholten van Aschat als Kraakman blinken uit in die gestileerde en gechoreografeerde vorm waarmee Perceval wil laten zien dat de twee gevangen zitten in de onmogelijkheid van hun liefde. Met prachtige, dan weer aan martial arts, dan weer aan tantra refererende bewegingen wordt benadrukt dat de twee niet zonder elkaar kunnen, maar toch onafwendbaar op weg zijn naar een fatale afloop.

De scenografie van Katrin Brack, met de opblaaspoppen met de fallussen, en vooral de live uitgevoerde repetitieve muziek van en door Jeroen van Veen beklemtonen de spanning en de dwangmatigheid van dit onorthodoxe liefdesverhaal van Hugo Claus. Met als resultaat dat Het jaar van de kreeft een voorstelling is van grote schoonheid.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Toneelgroep Amsterdam

Recensie: Ideën van 't Barre Land en Maatschappij Discordia

●●●○○

IDEEN

'T BARRE LAND EN MAATSCHAPPIJ DISCORDIA



Door RiRo, gezien 19 maart 2016

Als je je recensie schrijft als er nog geen andere recensies zijn verschenen, loop je in ieder geval niet het risico dat je door de mening van een andere recensent wordt beïnvloed. Er is nog een voordeel. Je bent er dan zeker van dat de snedige zin die je meteen na afloop van de voorstelling hebt bedacht, een uiterst originele én zeer ter zake doende zin, niet al door een ander is gebruikt. Wat heel frustrerend zou zijn, omdat je dan je idee dat jouw idee zo origineel is, zou moeten laten vallen.

Om dat frustrerende gevoel te compenseren zou je het idee kunnen koesteren dat juist omdat in het hoofd van een andere recensent blijkbaar precies dezelfde zin is opgekomen, die zin dan weliswaar niet origineel was, maar dat het idee dat die zin ter zake doend was er door wordt bevestigd.

De Ideën van Multatuli, verschenen tussen 1862 en 1877 in zeven bundels, zijn grotendeels korte opmerkingen, commentaren, aforismen. Verspreid over die zeven delen heeft Multatuli er ook het toneelstuk Vorstenschool en de roman Woutertje Pieterse in opgenomen.

Margijn Bosch en Czeslaw de Wijs van 't Barre Land en Jorn Heijdenrijk van Discordia staan naast elkaar, bladeren door hun manuscripten, en lezen hun keuzes uit Multatuli's Ideën voor. Af en toe is er een onderbreking. Dan krijgen we water, thee, of oude jenever aangeboden.

Het blijkt dat Multatuli's losse gedachten ook nu nog heel geestig en actueel overkomen. Dat was ongeveer de zin die ik in mijn hoofd had na afloop. Maar die staat dus al in de recensie van Vincent Kouters in de Volkskrant. Hoewel. Hij zegt niet 'Multatuli's gedachten', wat ik van plan was te doen, maar 'Multatuli's hersenspinsels'.

Na zo'n vijf kwartier is er weer een pauze. En hoewel de gedachten van Multatuli (hersenspinsels heeft voor mij toch een wat negatievere lading dan het meer neutrale gedachten), hoewel dus de gedachten van Multatuli me boeien, merk ik dat ik er een beetje tegenop zie om nog eens ruim drie kwartier te worden voorgelezen. Ik neem daarom deze keer jenever. Een flink glas.

Maar dan, bij Woutertje Pieterse! Wow! Czeslaw de Wijs neemt zijn vertrouwde rol van souffleur op zich en Margijn Bosch en Jorn Heijdenrijk gaan in een hogere versnelling, en in een nog hogere versnelling. In een alsmaar toenemend tempo spreken die twee de tekst, maken zich los van hun manuscripten, en zetten daarbij steeds meer acteertechnieken in. Die laatste drie kwartier is theater van een heel hoog niveau!


Multatuli was niet alleen wat betreft politiek, godsdienst en natuurlijk Indië nogal eigengereid, hij hield er ook een eigenwijze spelling op na. Hij noemt zijn ideeën dan ook consequent ideën.

Multatuli, idee 337: 't Is 'n treurig verschynsel dat het woord 'origineel' 'n lofspraak is.
     
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Maatschappij Discordia

Recensie: De Sleutel van LOD & Josse De Pauw

●●●○○

 

DE SLEUTEL

LOD & JOSSE DE PAUW



Door RiRo, gezien 9 maart 2016

Het meditatieve ritueel van het aantrekken van de kimono. Het trage, haast eindeloos durende opvouwen van de kleding. De uiterst langzame bewegingen van danseres Fumiyo Ikeda (de vrouw) bij al haar andere handelingen. Danseres Taka Shamoto (de schoonzoon), haar gezicht volledig expressieloos, die uitsluitend met bewegingen haar personage gestalte geeft. Hoe percussioniste Kuniko Kato de marimba speelt, de schoonheid die schuilt in de manier waarop ze daarbij haar hele lichaam gebruikt. Weldadig.

Junichiro Tanizaki's roman De sleutel (1956) gaat over een oudere man en zijn jongere echtgenote voor wie het niet mogelijk is openlijk hun seksuele verlangens te bespreken. Door de sleutel van hun dagboek op een vindbare plek te leggen, lossen ze dat op. In hun dagboek brengen ze hun diepste wensen onder woorden, wetende dat de ander die heimelijk zal lezen.

Er zijn mooie zinnen. 'Fatsoen is hoe je je gedraagt als je alleen bent', zegt de vrouw bijvoorbeeld een aantal keer. En de man, als zijn vrouw in haar dagboek schrijft dat ze zich seksueel aangetrokken voelt tot hun beoogde schoonzoon: 'Mijn hartstocht komt op als ik jaloers ben.'

Maar de kracht van deze voorstelling zit niet zozeer in de tekst, het is niet zozeer de stem van Josse De Pauw via de voice-over, of de woorden gesproken door Frieda Pittoors als de man (in het Nederlands) en Fumiyo Ikeda als de vrouw (in het Japans). Het is de weldadige traagheid van de bewegingen, het is de verstilling die de choreografie van Fumiyo Ikeda bewerkstelligt die De Sleutel tot een boeiende voorstelling maakt.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: LOD

Recensie: John Gabriel Borkman van DeutschesSchauSpielHausHamburg / Karin Henkel

●●●●● 

 

JOHN GABRIEL BORKMAN

DEUTSCHESSCHAUSPIELHAUS HAMBURG / KARIN HENKEL



Door RiRo, gezien 1 maart 2016

Regisseur Karin Henkel laat in haar fenomenale interpretatie van Ibsen's John Gabriel Borkman (1906) zien wat er tevoorschijn komt als de maskers vallen. In een grandioze enscenering kijken we naar de schaduwkant van het menselijk leven. Daar waar primitieve instincten vrijkomen en eigenbelang niet meer verhuld is. Daar waar agressie onverbloemd naar buiten komt. Met grotesk spel tonen de meesterlijke acteurs ons die nachtmerrie. Wat een ongelooflijk goede voorstelling!

Borkman, een bankier met grootheidswaan, maar zonder spijt of wroeging, heeft vijf jaar in de gevangenis gezeten en zich daarna teruggetrokken op de bovenverdieping van zijn huis. De tweelingzussen Gunhild en Ella (de eerste de vrouw, de tweede de vroegere geliefde van Borkman) vechten om Borkman's twintigjarige zoon. Gunhild is zijn moeder, maar Ella heeft hem na het bankroet in huis genomen en verzorgd. De twee zussen, maar ook Borkman, zien de jongen als verlosser, verwachten via hem hun onvervulde verlangens alsnog te realiseren.

De nachtmerrie speelt zich af in een grauwe betonnen bunker met enorme traptreden. Aan het begin van de voorstelling ligt helemaal bovenaan, als vooruitblik, de bankier, fantastisch gespeeld door Josef Ostendorf, al opgebaard. Terwijl tegelijkertijd beneden, in een terugblik, de zussen, meesterlijk vertolkt door Lina Beckmann (Ella) en Julia Wieninger (Gunhild), als kleine kinderen ruzie maken. Wat een openingsbeeld!

In de strijd om de jongen schotelt Henkel ons in de loop van de voorstelling veel prachtige beelden voor. Soms bijbels geïnspireerd, de zussen reinigen de jongen in een badkuip, koesteren hem als in een pietà, trekken aan weerszijden aan zijn mouwen tot het beeld van de gekruisigde ontstaat. Vaak ook met verwijzingen naar comics of films over ondoden en zombies. Ook de muziekkeuze past daarbij. Als de zoon voor zichzelf kiest, en het huis verlaat, klinkt Danse macabre van Saint-Saëns.

Henkel heeft ervoor gekozen om niet te verwijzen naar de recente kredietcrisis. Is dat erg? Nee, en het is ook helemaal niet nodig, want de tekst van Ibsen heeft nog niks aan actualiteit ingeboet. Maar John Gabriel Borkman is vooral zo'n ongelooflijk goede voorstelling door de perfecte balans tussen de briljante enscenering en het groteske van het spel, waardoor de nachtmerrie die het leven zou zijn als de vernislaag er vanaf is op een magnifieke manier zichtbaar wordt gemaakt. 

Gezien tijdens BRANDHAARDEN