Recensie: Liefhebben. van Laura van Dolron

●●○○○  

LIEFHEBBEN.

LAURA VAN DOLRON


Door RiRo, gezien 25 september 2014

John Lennon die de tante die hem opvoedde, elke dag belde, terwijl ze altijd alles in hem afkeurde. Dat is liefde. Nelson Mandela die de ene straal zonlicht die in zijn cel viel, gebruikte om tomaten te kweken in een paar oude schoenen, om ze dan uit te delen aan zijn medegevangenen. Dat is liefde. In de vijf kwartier die de monoloog Liefhebben. (met een punt erachter) duurt, strooit Van Dolron kwistig met dit soort 'wijsheden'.

Het lijkt erop dat ze die ultrakorte 'geleende verhalen' eigenlijk vooral vertelt om daarmee haar persoonlijke ervaringen enigszins een kader te geven. Want de kern van de voorstelling Liefhebben. bestaat uit uiterst persoonlijke belevenissen. Die wil ze kwijt. Over zichzelf. Over haar partner. Over haar oma of haar opa. Over haar vader. En al die belevenissen eindigen steeds met dezelfde mantra, met 'dat is liefde'. 'Mijn vader die, toen ik ziek en in paniek en alleen was en migraine had, helemaal uit Rotterdam kwam om me een aspirine te komen brengen. Dat is liefde.' 
 
Een jaar geleden was Van Dolron (38), net als nu, zwanger van haar tien jaar jongere partner. Die zwangerschap mislukte. En dan belandde ze ook nog in het ziekenhuis. Moet je zulke persoonlijke verhalen vertellen in een theater? Het kan. Het mag. Waarom niet. Maar dan zou je er als theatermaker wel in moeten slagen om dat persoonlijke algemeen te maken, om dat persoonlijke enige algemene zeggingskracht te geven. Daarvoor had ze, denk ik, iets meer afstand moeten nemen.
 
Aan de voorstelling zoals hij nu is, ontbreekt teveel. Ongeveer een derde ervan, vooral als ze wat langere redeneringen opbouwt, heeft nog wel enige diepgang. Of legt de vinger op typerend gedrag van dertigers van nu. Maar ook dan. Omdat je zelf dertiger bent en een tien jaar jongere partner hebt, de twintigers in de zaal oproepen relaties aan te gaan met dertigers en andersom. En daar dan Albert Camus met de haren bij slepen omdat die gezegd zou hebben: 'Als je jong bent heb je de moed, maar mís je het inzicht. En als je oud bent, verlies je de moed, maar hèb je het inzicht.' Tja.

Over een voorstelling, waarvoor je naar Gent bent gekomen, zeggen dat je 'm niet goed vindt, als je 'm niet goed vindt. Is dat ook liefde? Vind ik wel. Ook dat is liefde.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Theaterzaken Via Rudolphi

Recensie: FRONT Polyphonie van Thalia Theater Hamburg en NTGent

●●●○○

FRONT POLYPHONIE

THALIA THEATER HAMBURG EN NTGENT


Door RiRo, gezien 24 september 2014


Duitse en Vlaamse acteurs als instrumenten in een orkest. Gekleed zoals orkestleden, in alleen zwart en wit. Met muziekstandaards voor zich. Een setting waarin regisseur Luk Perceval zijn acteurs noodzaakt nauwkeurig te luisteren. Niet alleen naar elkaar, maar ook naar de oorlogsgeluiden uit de metalen klankinstallatie aan de achterwand. En ze daardoor dwingt steeds weer nauwkeurig te timen wanneer en hoe ze hun tekst gaan zeggen.
 
Verschillende talen, verschillende verhalen en perspectieven, verschillende klanken en beelden. Een polyphonie die het publiek als een geheel van stemmen het lijden en de smart van de soldaten aan beide zijden van het front wil laten ervaren.
 
FRONT Polyphonie is daarmee een theatraal requiem voor de onbekende soldaat aan zowel de geallieerde als de Duitse kant van het front in de IJzervlakte, nog geen 40 kilometer van de schouwburg in Gent waar ik de voorstelling zie. De Duitse tekst gebaseerd op Im Westen nichts Neues uit 1929 van Erich Maria Remarque; de tekst van de geallieerden onder meer op Le Feu, het oorlogsdagboek van de Franse soldaat-vrijwilliger Henri Barbusse uit 1916.

Een opvallend onderdeel van FRONT Polyphonie zijn de steeds terugkerende dialogen tussen de naïeve Emiel Seghers, 'den nieuwen', en luitenant De Wit. Daarin wordt de tegenstelling tussen de Vlaamse boerenzonen, die in de voorste linies de dood werden ingejaagd, en hun Franstalige officieren gesymboliseerd. Maar het lijkt erop dat Perceval er iets te nadrukkelijk voor wil zorgen dat we sympathie gaan opbrengen voor de lieve zachtaardige soldaat Emiel (Oscar Van Rompay). En vooral niet voor de luitenant. Hij laat Steven Van Watermeulen, als de Franstalige luitenant, in ieder geval naar hartenlust schmieren.
 
Ondanks het indrukwekkende effect van de geluiden uit de enorme staalplaten (Ferdinand Förschen) en van de projecties van oorlogsbeelden (Philip Bussmann), ontkom ik er door de grote hoeveelheid woorden, in vier talen, niet aan om me vooral op de tekst te concentreren. FRONT Polyphonie blijft daardoor dan ook, voor mij, voornamelijk teksttheater. 
 
En omdat topacteur Burghart Klaussner en de andere Duitse en Vlaamse acteurs een groot deel van de voorstelling in een rij naast elkaar zitten, of naast elkaar staan, ervaar ik het, ondanks mijn bewondering voor Perceval als regisseur, en ondanks mijn bewondering voor de vakbekwaamheid van de acteurs, toch ook als vrij statisch theater. Theater dat inhoudelijk ook niet echt veel toevoegt aan wat er dit herdenkingsjaar al aan boeken en documentaires over de gruwelen in de loopgraven van de Grote Oorlog is verschenen.
 
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: NTGent

Recensie: Tasso van Het Nationale Toneel

●●●●○

TASSO

HET NATIONALE TONEEL


Door RiRo, gezien 18 september 2014


In een helder geënsceneerde voorstelling plaatst regisseur Theu Boermans Goethe's Torquato Tasso uit 1790 in het heden. Maar wel met behoud van de nog steeds heel aangenaam klinkende versregels. Vijf jonge acteurs moeten daarmee aan de slag (in een mooie vertaling van Tom Kleijn). Dat gaat ze alle vijf goed af. En dan blijken ze, tot mijn verrassing, ook nog eens meer dan redelijk te kunnen zingen.

Alfonso, de mecenas die de dichter Tasso in zijn huis in Ferrara heeft opgenomen, is een rijke internetondernemer. Tasso, een vrije, creatieve geest, komt steeds meer op gespannen voet te staan met de rol die hij in dat huis gedwongen wordt te spelen. Het stuk gaat dan ook vooral over de afhankelijkheid van de kunst en de kunstenaar van geldschieters en politici. Toen en nu. Boermans onderzoekt daarmee ook de relevantie van Goethe's ruim tweehonderd jaar oude tekst voor de positie van de kunstenaar en het publiek van vandaag.

Ik merk dat ik tijdens de voorstelling vooral let op het acteren. Niet zo gek natuurlijk bij een regie van Theu Boermans, acteursregisseur bij uitstek, en met alleen maar jonge acteurs op de planken. Daarbij concentreer ik me op de drie jonge acteurs die sinds kort in vaste dienst zijn bij het Nationale Toneel.

Joris Smit heb ik al een keer of tien eerder zien spelen. Bij verschillende regisseurs. Heel goed vond ik hem als Heathcliff in Woeste Hoogten van Theater Artemis. Een rol waaraan veel geduw en getrek te pas kwam. Dat fysieke past heel goed bij hem. Ook voor Tasso maakt hij, op een iets bescheidener manier, gebruik van de expressiviteit van zijn lichaamstaal. En van zijn van nature al wat getormenteerd ogende mimiek.

Tasso is de dichter die zich wil onttrekken aan de te grote invloed van zijn mecenas (Bram Suijker), hij is de man vol emoties die in aanvaring komt met de juist heel berekenende politicus Montecatino (een sterke rol van Justus van Dillen), en ook de kunstenaar die iets opwindenders dan een lauwerkrans verwacht van Alfonso's dochter. In het personage van de gevoelsmens Tasso komen de kwaliteiten van Joris Smit dan ook goed tot hun recht.

Bij Hannah Hoekstra, als Eleonore, valt me niet alleen haar voorbeeldige dictie op. Die is bij alle vijf overigens goed verzorgd. Maar daarnaast ook hoe ze door alleen haar ogen te gebruiken de zaal iets duidelijk kan maken (ik zie haar vanavond voor het eerst op toneel, kende haar tot nu toe alleen van film). Ze kan die ogen als het ware van betekenis laten veranderen, zodat ze alleen met dat expressiemiddel in 'het stille spel' een dialoog aan kan gaan.

Sallie Harmsen speelt anders. Moet ook anders spelen. Want haar personage, Leonore, de dochter van de mecenas, is niet zo gezond. Ze is een beetje neerslachtig. Om die zwakke gezondheid uit te beelden, neemt ze af en toe medicijnen in. Met een beetje water. Dan is het wel duidelijk. Vind ik. Ook nog pleisters op haar benen? Ik zit me dan toch af te vragen of ze, Sallie dus, niet Leonore, zich die ochtend misschien heeft gesneden bij het scheren. Sallie Harmsen acteert overigens ondank die pleisters wel heel goed, heel subtiel.

Wat een mooie zinnen schreef die Goethe trouwens. Ik mag er maar één kiezen? Dan kies ik deze, omdat hij zo eenvoudig lijkt, maar toch iets ongrijpbaars blijft houden: 'Kijk om je heen, zie de ander, en herken wie je bent.'
 
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Het Nationale Toneel