Recensie: Crashtest Ibsen 1 - Nora

●●●○○

 

CRASHTEST IBSEN 1 - NORA
NOORD NEDERLANDS TONEEL / SARAH MOEREMANS


Door RiRo, gezien 12 april 2013


In de reeks Crashtest Ibsen gaat regisseur Sarah Moeremans stevig in de clinch met vier van Ibsen's klassiekers. Vooral door ze te testen op hun actualiteit. Nora, met het beroemde einde, is de eerste die eraan moet geloven. Toen, in 1879, was het beslissende gesprek tussen Nora en haar man schokkend. En het einde, een echtgenote en moeder die haar man en kinderen verlaat, en niet meer terugkomt, ongehoord. Maar nu? Zou een vrouw nu nog zo handelen?

Rebellie tegen een toneelklassieker. Een enscenering waarin acteurs hun personage ter discussie stellen. Waarin personages hun eigen overwegingen en beslissingen bekritiseren omdat ze die gedateerd vinden. Waarin het slot wordt veranderd. En waarin toch die klassieker bijna integraal wordt gespeeld. Kan dat? Ja, dat blijkt te kunnen. Met haar versie van Nora zet Moeremans een paar stevige vraagtekens bij het idee dat Ibsen's klassieker zonder veranderingen nog altijd actueel is. En maakt ze een Nora die ook voor een jong publiek heel aantrekkelijk is.

Dat jonge publiek verovert ze mede dankzij de frisse tekstbewerking van Joachim Robbrecht. Die laat Nora uitdrukkingen gebruiken als: 'fucking gruwelijk fijn' (tegen haar vriendin Christine) en 'dan geef je me toch niet die 'ik wilde je eigenlijk altijd al neuken' biecht!' (tegen dokter Rank). Die moderne tekst, samen met van die kenmerkende NNT-grappen als rook uit een kinderwagen en een windmachine die sneeuw (het is kerstmis) het publiek injaagt, maakt dat de voorstelling ook heel geschikt is voor bijvoorbeeld Oerol.

Gooit Evelien Bosmans, het jonge acteertalent dat Nora speelt, de deur achter zich dicht? Ja, in eerste instantie wel. Nog voor de laatste dialoog. Maar ze komt terug. Om toch nog 'het enige echte gesprek' met Ko van den Bosch als haar man Torvald te spelen. En dat gesprek krijgt nu bij Moeremans een andere wending, een modernere, dan bij Ibsen. 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Noord Nederlands Toneel

Recensie: Paradijs

●●○○○  

PARADIJS
DE WARME WINKEL & DOOD PAARD

Door RiRo, gezien 4 april 2013

Vier acteurs lopen van plantenbak naar plantenbak. Om de beurt wijzen ze een plant aan en vertellen er wat over. Alle vier hebben ze de nodige kennis verzameld over hun eigen projecten, over de planten die ze in de twee maanden voorafgaand aan de voorstelling in dit leegstaande kantoorgebouw hebben opgekweekt. Ze vertellen op een zachte, lieve toon. Want ze willen alle vier vooral hun liefde voor de natuur laten zien.

Na zo'n minuut of twintig verandert dat. Het kweken van planten, van groente, blijkt het anticiperen op als het mis gaat. Als de euro omvalt. Als het systeem in elkaar dondert. Nu, in dit tweede deel, krijgen de vier personages ook verschillende karakters. Manja Topper is de naïeve, die een beetje dommig zegt: 'Iemand die zich voorbereid, is gewoon voorbereid.' Jeroen de Man is de agressieve: 'Failing to prepair, is prepairing to fail!' De vier gaan zich ook voorbereiden op wat er na de ramp moet gebeuren, op de postcatastrofale situatie. Onder meer met gevechtstraining. Want je moet natuurlijk wel van je af kunnen slaan, en bereid zijn te doden, als anderen die geen eigen plantjes hebben gekweekt, honger lijden, en jouw eten komen stelen.

Dan wordt het plotseling weer rustig. Het gaat weer terug naar het zachte, lieve stemgebruik van het begin. Ook nu weer krijgen we informatie over de planten, maar we krijgen ook steeds meer andere weetjes te horen. Vincent Rietveld weet wat over zebra's en termieten. Kuno Bakker wil wat kwijt over de Namibische woestijnkever. En zo gaat het maar door. Steeds gaan die weetjes uiteindelijk over hoe goed 'de natuur' is in 'natuurlijke' oplossingen voor dezelfde problemen waarvoor 'wij' slechte, milieuvervuilende, of dure alternatieven hebben ontwikkeld.

Vooral De Warme Winkel heeft in andere voorstellingen ook altijd al wel tijd genomen voor uitleg. Maar dan was dat om het kader te schetsen voor het eigenlijke verhaal. In Paradijs is er niet zoiets als het eigenlijke verhaal. Die feitjes en die weetjes, dat is het verhaal. Er zijn plantjes. En er zijn weetjes. En aan het eind is er de dood. Maar zelfs dat sterven in geen sterven in schoonheid. Nee, Paradijs is blijven steken bij een interessant uitgangspunt en een aantal aardige ideeën. Het is nooit echt een voorstelling geworden.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Dood Paard

Recensie: Strange Interlude

●●●●○

STRANGE INTERLUDE
NATIONALE TONEEL

Door RiRo, gezien 15 maart 2013

Gordon, een jachtpiloot, komt om in een luchtgevecht. Nina (Ariane Schluter) verliest daarmee haar grote liefde. En hoe reageert ze? Ze gaat zich schuldig voelen omdat ze zich op aanraden van haar vader niet aan hem gaf: ‘Gegeven? Wat heb ik gegeven? Ik ben nog steeds Gordon’s stomme maagd’. Drie mannen zijn er daarna in haar leven. Die drie mannen vertegenwoordigen ieder een ander aspect van de ideale partner: de vaderlijke vriend (Jappe Claes), de minnaar (Mark Rietman), en de echtgenoot (Dries Vanhegen).

Strange Interlude is een meesterlijk stuk van Eugine O'Neil (1888-1953), een klassieker over rouwverwerking tegen de achtergrond van het Amerika van vlak na de Eerste Wereldoorlog, over het zoeken naar zin in het leven, en vooral over de kracht van gevoelens die je wel hebt, maar die je eigenlijk niet onder ogen wilt zien.

Heel bijzonder is het gebruik van terzijdes. Daarin spreken de personages, voor of nadat ze zich tot iemand richten, steeds uit wat ze denken, en vooral wat ze voelen. En wat ze denken of wat ze voelen, blijkt meestal net iets anders te zijn dan wat ze hebben gezegd of op het punt staan te gaan zeggen. Je zou het ook zo kunnen zien: daaruit blijkt dat ze nogal eens wat anders voelen dan ze zouden willen voelen. In Strange Interlude zijn die terzijdes dus absoluut geen geen zwaktebod. Integendeel. De ontregelende kracht van emotionele behoeften die ingaan tegen de eigen overtuigingen, of tegen de geldende moraal, komt in de voorstelling door die terzijdes juist heel mooi tot uiting.

Een bijkomend effect van die terzijdes is dat wij als toeschouwers steeds een voorsprong hebben, steeds al meer weten dan de personages tot wie de woorden gericht zijn. En omdat elk bedrijf ook nog eens met een cliffhanger eindigt, wil je als toeschouwer steeds weten hoe het verder gaat.

Vierenhalf uur duurt het nu bij de herneming, inclusief twee pauzes, iets korter dan tien jaar geleden. In de hoofdrollen staan dezelfde acteurs als toen. Regisseur Johan Doesburg geeft die acteurs de ruimte om te laten zien waar goede acteurs goed in zijn, en waar het stuk om vraagt: snel schakelen en het verschil laten zien tussen wat personages zeggen en denken. Een heerlijke voorstelling, ook dus voor wie vooral naar de schouwburg gaat voor mooi acteerwerk.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Nationale Toneel

Recensie: Speeldrift

●●●○○ 

 

SPEELDRIFT
TONEELSCHUUR PRODUCTIES / CASPER VANDEPUTTE



Door RiRo, gezien 8 maart 2013



Zomer van 2002. Ada, leerlinge in de vierde klas van het Ernst Bloch Gymnasium, is hoogbegaafd. In intellectueel opzicht is ze de meeste leraren de baas. En ze is klein. Zo klein dat ze maar net reikt tot de borst van Smutek, leraar Duits en gymnastiek. Juli Zeh beschrijft de lengte en andere lichamelijke eigenschappen van de personages in haar roman Speeldrift heel nauwkeurig. Een opvallende keus dus om de nogal kleine Mariana Aparicio Torres de rol van Ada te laten spelen. En de behoorlijk lange Stefan de Walle te kiezen voor Smutek. Of is dat toeval?

In de loop van het schooljaar komt er een nieuwe leerling in de klas, Alev, gespeeld door Vincent van der Valk, die zich zo voorstelt: ‘Hobby’s: nadenken, atheïsme, softdrugs. Goede eigenschappen: geen, althans geen menselijke. Slechte eigenschappen: geen, althans geen menselijke.’ Een van de vele verwijzing naar Der Mann ohne Eigenschaften. Met Alev sluit Ada een pact: compassie en sympathie gaan resoluut overboord zodat hun gedrag voor anderen volledig onvoorspelbaar wordt. Het experiment dat de twee vervolgens uitvoeren met zichzelf en met hun slachtoffer Smutek is een fascinerend filosofisch onderzoek naar de moraal van onze tijd.

Regisseur Casper Vandeputte kiest met Speeldrift voor een roman waarin op een indringende en intelligente manier de moraal en de normen van de jaren direct na de terroristische aanslag van 11 september 2001 ter discussie worden gesteld. En daar is moed voor nodig. Inhoudelijk slaagt hij erin de kracht van het boek goed in de zaal over te brengen.

Maar daar gebruikt hij wel een paar theatrale kunstgrepen bij die ik minder geslaagd vind. Tamar van de Dop speelt nogal wat bijfiguren. Letterlijk zoals ze in het boek staat. Als leraar Höfi bijvoorbeeld, waarover Zeh vermeldt 'kromme dwergachtige gestalte die naar de grond kijkt als hij aan het woord is' loopt Van den Dop krom en kijkt ze naar de grond. Waarom? Wat is er mis met iets gewoon overlaten aan de verbeelding van de toeschouwers? Ook niet zo geslaagd vind ik personages die zich voortdurend tot het publiek richten om stukken uit de roman die niet in dialoogvorm staan ‘voor te lezen’. Was dat nou echt nodig? Was radicaler snijden in het verhaal en je beperken tot de hoofdlijn niet een elegantere oplossing geweest?

Desondanks vind ik Speeldrift absoluut de moeite waard. Want die hoofdlijn, het ‘spel’ dat Ada en Alev met Smutek spelen, waarin wat goed is en wat slecht tot het uiterste wordt opgerekt, is overtuigend en strak geregisseerd, en er wordt in de voorstelling goed geacteerd. Een regisseur om in de gaten te houden dus, die Casper Vandeputte.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Toneelschuur Producties

Recensie: De Muurspecht

●●○○○  

DE MUURSPECHT
BELLEVUE LUNCHTHEATER / WILLEM DE VLAM

Door RiRo, gezien 6 maart 2013

Geduldig luistert Jacob naar de herinneringen van zijn dementerende vrouw. Ondertussen ordent hij symbolisch haar gedachten. Omdat ze dat zelf niet meer kan. Haar opengevouwen boeken, waarmee de vloer bezaaid ligt, vouwt hij dicht, dan legt hij ze op een stapel. Langzaam. Beheerst. Totdat hij een nog maar net gemaakte stapel even vlug omver schopt. Heel even laat hij zien dat er onder zijn geduldig luisteren, geduldig helpen, en geduldig zorgen, wel degelijk ook frustratie schuilt.

Het is vanaf het begin duidelijk, en het blijft de hele voorstelling duidelijk, dat de dementerende Emma er later die dag uit zal stappen. Dat om elf uur de dokter zal komen met de spuit. We weten al meteen vanaf het begin dat Emma ervoor kiest om op tijd te zijn, de wilsonbekwaamheid voor te zijn. In het begin van de dementie, nu ze nog kan beslissen. Omdat ze al enige tijd haar boeken niet meer kan lezen, de laatste tijd de gekregen detectives ook niet meer, en omdat ze nu zelfs Nijntje niet meer goed kan volgen. Daarom wil ze dood. Daar verandert niets aan. Ze gaat niet twijfelen. Hij probeert haar niet op andere gedachten te brengen. Contact met de buitenwereld is er niet, hun enige zoon laat niks van zich horen. Ze zijn met z’n tweeën. En met z’n tweeën bereiden ze zich voor op haar dood, straks, over een paar uur.

Wat ontbreekt in De Muurspecht is een dilemma, een conflict. Dat de voorstelling desondanks het volle uur boeit, is te danken aan het acteren van Marcel Hensema. Die laat heel ingetogen de eeuwige liefde van een oude man voor zijn dementerende vrouw zien, met de trage bewegingen die bij de oude dag horen. En omdat schrijver Willem de Vlam ervoor heeft gekozen om geen ‘beren op de weg’ te laten laat komen, geen spanning in het verhaal te creëren, moeten we het daarmee doen.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Opium voor het Volk

Recensie: Honingjagers

●●●●○ 

HONINGJAGERS
WITTENBOLS SCHRIJFT, LIGTHERT REGISSEERT
 

Door RiRo, gezien 2 maart 2013

Een zoon en een dochter komen hun bejaarde vader halen om naar het graf van hun drie maanden geleden overleden moeder te gaan. Ze treffen hem slapend aan op de bank. Het hoofd van de wijkverpleegster op zijn bovenbeen. Zijn arm om haar heengeslagen. De zoon (verontwaardigd): ‘Hoe oud is zo iemand?’ De dochter (geërgerd): ‘Haar rokje zegt twintig maar haar uitgroei zegt veertig.’ In de scène die daaraan vooraf ging, rouwt de vader om de dood van zijn vrouw, tegelijkertijd ontluikt de liefde tussen de oude man (ik ben van ‘37) en de jonge wijkzuster (en jij van ‘73). Dat vind ik niet het sterkste deel.

Maar daarna, vanaf het moment dat de confrontatie met de zoon en de dochter begint, is Honingjagers een hele goede voorstelling. Vooral omdat het zo’n ontzettend goede toneeltekst is, met scherpe observaties over wat er bij een rouwproces tussen mensen gebeurt. Vader en de wijkverpleegster met hun liefde. Zoon en dochter die daarvan schrikken, en hun eigen zorgen niet kunnen verbergen. Zij met haar man die heimwee heeft naar zijn vaderland, hij met een huwelijk waarin het met de voortplanting maar niet wil vlotten. Een af en toe behoorlijk schrijnend verhaal is het. Over liefde in tijden van rouw. Over liefde met een groot leeftijdsverschil. En vooral over hoe je daarmee omgaat als het je vader is die verliefd blijkt te zijn: ‘Dit is niet normaal!’

In haar gastrecensie in NRC Handelsblad heeft drievoudig Theo d’Or winnares Elisabeth Andersen wat kritiek, ze vindt dat het stuk een subtielere regie verdient: ‘Hou het liever klein en beheerst, ingetogen spel wint het altijd’. Is dat zo? Dat niet overdreven maar toch wel wat nadrukkelijke acteren van Michel Sluysmans en Roos Ouwehand (als de verongelijkte zoon en dochter) benadrukt wel op een mooie manier hun irritatie, en daarmee het contrast met de tevredenheid van de twee verliefden. En die lichtelijk cynische toon waarmee Ouwehand de ergernis van de dochter neerzet, zorgt er wel voor dat ik ondanks alle tragiek toch af en toe moet lachen.

Als ik nou de kritiek van Andersen een klein beetje verander. Honingjagers is zo’n ijzersterke toneeltekst dat het vast nog wel eens gespeeld zal worden. En ik ben nu al nieuwsgierig naar wat een andere regisseur er dan mee doet.
   
Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Via Rudolphi

Recensie: Hiroshima mon Amour

●●○○○ 

HIROSHIMA MON AMOUR
JOHANNA TER STEEGE / KARINA KROFT

Door RiRo, gezien 13 februari 2013

Regisseur Karina Kroft bewerkte het filmscenario van Marguerite Duras tot een monoloog voor Johanna ter Steege. Het is veertien jaar na de bom. In Hiroshima heeft een Franse vrouw een liefde van één nacht en één dag met een Japanse architect. Die toevallige ontmoeting triggert bij haar herinneringen aan haar jeugdliefde in het bezette Frankrijk. Herinneringen die ze voor iedereen verborgen hield, en die ze nu, veertien jaar later, eindelijk met iemand deelt.

Het is een goede bewerking van Kroft, vind ik. En er zit voldoende variatie in haar regie, met genoeg rustpunten en veranderingen. Waardoor het me geen moeite kost bij de les te blijven. Maar toch. De handelingen van de actrice, zoals het veelvuldige aan en uitkleden, waardoor het een beetje doet denken aan voorstellingen van ‘t Barre Land, zijn erg beheerst, erg gecontroleerd. En zo praat ze ook, erg gecontroleerd, erg nauwkeurig. Is dat de bedoeling? Of komt het omdat ze zich vanavond niet helemaal op haar gemak voelt?

En als ze zich niet op haar gemak voelt, ligt dan dan aan de zaal? Aan het publiek? Hoe dan ook, het duurt lang voordat het spel van Ter Steege me overtuigt. Ze begint al niet erg sterk door te vroeg te gaan praten, nog voor ze de volledige focus van het publiek heeft. Als ze even later een femme fatale verbeeldt, komt dat zelfs wat verkrampt over. Pas halverwege, als haar personage de herinnering oproept aan wat ze meemaakte bij de bevrijding, lijkt ze warmgedraaid, pas dan lijkt ze echt los te komen. Pas dan ook zit ik niet meer alleen het verhaal te volgen, dan raakt de voorstelling me ook.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Via Rudolphi



Recensie: Platonov

●●●●● 

PLATONOV
NTGENT / LUK PERCEVAL

Door RiRo, gezien 2 februari 2013

Alle gasten in het landhuis van Anna Petrovna verlangen naar iets groters dan het leven dat ze nu leiden. Drie vrouwen denken dat te kunnen vinden in de liefde van Platonov. Niet alleen zijn echtgenote Sasja en zijn hartsvriendin Anna, maar ook Sofja, zijn jeugdliefde die op het punt staat te trouwen met Sergej. Platonov: ‘Ik ben dorpsleraar.’ Sofja: ‘Dorpsleraar? Maar dat belet u toch niet om een normaal leven te leiden?’ Platonov: ‘Ik begrijp uw vraag niet…’ Sofja: ‘Ik bedoel, dat belet u toch niet om u in te zetten voor … voor een groter ideaal?’

Regisseur Luk Perceval bewerkte het stuk ingrijpend, herschreef het einde, en brengt Tsjechov terug tot de essentie, tot de melancholie, tot het onvervulde verlangen via de liefde een uitweg te vinden uit eenzaamheid, en benadrukt de tragiek als die melancholie de overhand krijgt. Ik vind het een hele goede voorstelling, een fascinerende voorstelling. Niet op de laatste plaats door de intrigerende dialoog tussen spel en muziek.

De acteurs blijven, op Bert Luppes na, nagenoeg stilstaan op hun plaats op het podium. Ze kijken voortdurend de zaal in. Niet zoals bij Suzanne Kennedy naar het publiek, maar er net overheen. Ze praten ieder op hun eigen manier, met woorden maar ook met lichaamstaal. Alleen Bert Luppes, als Platonov, verplaatst zich, zwerft om de anderen heen, zoekt steeds een ander op. Van die anderen lijken Steven Van Watermeulen en Lien Wildemeersch het meest op hun gemak bij deze aanpak. Die twee blinken uit, ook door de perfecte manier waarop ze steeds weer hun timing afstemmen op de muzikale improvisaties van Jens Thomas.

Want de improvisaties van de pianist – die de toetsen aanslaat, die zich vooroverbuigt om de snaren van de vleugel te bespelen, die met z’n knokkels op het hout slaat, die met zijn stem geluiden maakt, die hoog zingt, die laag zingt – die leggen steeds de basis. Jens Thomas bepaalt steeds het tempo, het ritme, en de kleur van deze meesterlijke voorstelling.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: NTGent


Recensie: Africa

●●●○○ 

AFRICA
NTGENT

Door RiRo, gezien 1 februari 2013
 
Oscar Van Rompay verandert langzaam in een zwarte man. Hij verft zijn lichaam zwart en gaat bewegen en praten als een Keniaan. Dat naakte glanzende zwarte lijf, de lichamelijkheid, de zintuiglijke taal van Peter Verhelst, de krachtige beelden van het decor, dat alles roept een magische sfeer van zwart Afrika op. Via een voice-over horen we fragmenten uit eerdere westerse fantasieën over het zwarte continent, zoals Heart of Darkness, die een mythische sfeer oproepen: ‘De ziekte van de tropen, het verlangen naar het zwarte hart van Afrika te gaan, naar een plek die je nooit zult vinden.’

Van Rompay (1983), acteur bij NTGent, is verliefd op Kenia en op de Kenianen sinds hij er op z’n zeventiende voor het eerst kwam. Hij kocht een stuk grond in het dorpje Migori, startte een plantage, plantte bomen, en is daar nu elk jaar drie maanden om zijn bedrijf te leiden. De voorstelling Africa met tekst en regie van Peter Verhelst is vooral Van Rompay’s verhaal. Het verhaal van iemand die zijn leven in twee verschillende werelden zo verwoordt: ‘De ideale vrouw heeft voor mij het lichaam van een Keniaanse en de gesprekken van een blanke’. En die na het visuele eerste deel de zwarte naaktheid van zich af spoelt, een blote blanke man wordt, en daarom zijn kleren weer aantrekt.

Nu staat hij voor het decor, het zaallicht aan, en speelt zichzelf: ‘Ik ben Oscar Van Rompay (…).’ Het is het relaas van iemand die houdt van het leven in Kenia, van het lichamelijke, van het natuurlijke, maar die zich ook boos maakt over een land dat ‘te snel groeit, dat te onethisch, te destructief en te oncontroleerbaar is’. En die beseft dat hij nooit een zwarte zal worden, dat het hem nooit zal lukken om echt bij dat zwarte hart van Afrika te komen: ‘Veel te veel mensen (dansen) veel te dicht op elkaar (…) nooit eerder heb ik zo iets rauws gezien, nooit eerder zoiets openlijk seksueels. (…) Op een dag zie ik mezelf op een ander feestje. Ik dans de ziel uit mijn lijf. Ik zie mezelf in een spiegel. Ik zie een blanke.’

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: NTGent


Recensie: Klad

●●○○○ 

KLAD
'T BARRE LAND
 

Door RiRo, gezien 26 januari 2013

‘Pas op voor deze stokoude roos, hij moet nog één keer mee!’, vraagt Margijn Bosch geërgerd aan Martijn Nieuwerf die haar, wat onvast ter been en met een wodkafles in zijn hand, in de weg loopt. Behoedzaam gaat ze met de metershoge stokroos door het huis zonder muren. Bedoelt ze dat het na die éne keer afgelopen zal zijn? De agenda op de website van ‘t Barre Land vermeldt alleen nog: donderdag 21 februari 2013 Klad, Rotterdam. Maak ik vanavond de voorlaatste speeldag van deze groep mee?

Maar dan zijn die bespiegelingen van Vincent van den Berg – terwijl ze allemaal op de grond zitten om hun wandelschoenen aan te trekken – eigenlijk een grafrede. Dan ziet hij het echt niet meer zitten, en dan heeft hij met zijn beschrijvingen van de depressieve gevoelens van de anderen hun werkelijke gevoelens weergegeven. Zou dat zo zijn? Zou de reactie van Margijn Bosch op die bespiegelingen eigenlijk over tegenstrijdige gevoelens over het al dan niet doorgaan van de groep gaan: “Waarom zeg je dat over mij Vincent, waarom zeg je ‘Jij wilt gewoon dood!’?”

Klad is een fragmentarische voorstelling, geïnspireerd door de Sudelbücher van Georg Christoph Lichtenberg. De half afgemaakte bespiegelingen, de improvisaties, de jazzy muziek, de slapstickacts waar niemand om lacht, het leggen en afbreken van een vloer, het opbouwen en afbreken van een huis, het ongezonde hoestje van Anouk Driessen, het zoeken naar het verloren woord door Czeslaw de Wijs, de scène uit Tsjechovs Ivanov; het lukt me niet om daar ook maar enigszins vrolijk van te worden. Integendeel. Met een toenemend gevoel van melancholie drink ik de door Vincent van den Berg aangereikte witte wijn.

Voordat Czeslaw de Wijs met een laatste druk op de knop het laatste donker laat neerdalen, verzucht Martijn Nieuwerf in zijn groene t-shirt met daarop de tekst The END: ‘Laten we maar een café beginnen’. Ik ga naar huis. Een beetje weemoedig. Maar ook met goede herinneringen aan voorstellingen van ‘t Barre Land. 

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: 't Barre Land

 

Recensie: Drie Zusters

●●●●○ 

DRIE ZUSTERS
NATIONALE TONEEL

Door RiRo, gezien 27 januari 2013

Twee weken geleden verrasten acteurs van Toneelgroep Amsterdam het publiek van Drie Zusters door uitbundig verkleed de voorstelling van hun Haagse collega’s binnen te lopen. Om aan het carnavalsfeest mee te doen. Vanavond in Drachten is er ook een verrassing. Een heel ander soort verrassing, een extra dialoog in het eerste bedrijf.

Want al in dat eerste bedrijf klinkt er een knal, terwijl het duel tussen Soljony en Toezenbach pas veel later zal zijn, pas na de pauze. Wat Versjinin meteen na die veel te vroege knal zegt, komt heel natuurlijk over, alsof de woorden gewoon in de tekst staan. Mark Rietman blijft kijken in de richting van de andere verjaardagsgasten en verandert ook niet van toon. Heel rustig, maar wel enigszins bezorgd, vraagt hij: ‘Viel er nou een schót?’ Het nuchtere antwoord komt van Soljony (Tibor Lukács): ‘Ik denk een lamp.’

Twee maanden na de première, nog maar een paar voorstellingen te gaan. Wat moet ik er nog over zeggen? Alles lijkt er al over gezegd. Toch is er nog iets. Ik erger me naarmate de voorstelling vordert namelijk steeds meer aan Natasja, aan de vrouw van Andrej. Ben ik de enige? Ligt dat aan mij? Voor de actrices die de drie zussen spelen ben ik alleen maar lof tegengekomen in de eerdere recensies. Ook Mark Rietman, Hans Croiset, en Antoinette Jelgersma krijgen her en der nogal wat complimenten. Maar niemand heeft het over Anne Lamsvelt.

In die positieve waarderingen voor de anderen kan ik me goed vinden. Vooral de manier waarop Anniek Pheifer (als Masja) en Hans Croiset (als de oude dokter) tot de uiterste grens gaan zonder dat het echt karikaturaal wordt, vind ik heel mooi. Maar als ik me zo erger aan dat burgermeisje met die steeds truttiger kapsels, dan ligt dat toch niet alleen aan mij. Dan komt dat toch ook omdat Anne Lamsvelt dat personage zo goed speelt.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Nationale Toneel