Recensie: Philip Glass; Songs & Poems,Tissues & Issues van Esther Apituley en Kikproductions / Titus Tiel Groenestege

●●●●○

 

PHILIP GLASS; SONGS & POEMS, TISSUES & ISSUES

 

 

ESTHER APITULEY EN KIKPRODUCTIONS / TITUS TIEL GROENESTEGE

 

Door Piet van Kampen, gezien 13 maart 2024

Voor mijn twee grote liefdes, hedendaagse muziek en toneel, moet ik meestal naar verschillende locaties. Daar kan ik goed mee leven. Ik vind het geen probleem om me op een donderdagavond in het Muziekgebouw aan 't IJ te melden voor werk van bijvoorbeeld Glass, Goebaidoelina, Kagel, Kurtág, Rijnvos of Schnittke. Om dan op een andere avond ergens anders naar toneel in de grote of kleine zaal te gaan.

Echt gelukkig word ik als die twee liefdes samenkomen. Bij toneel is het de laatste tien à vijftien jaar niet ongewoon als er tijdens een voorstelling live muziek gespeeld wordt. Alain Platel liet vaak bestaand klassiek repertoire live uitvoeren, Bach, Mozart, Verdi. Muziektheatergroepen als Orkater of LOD werken al vrij lang met speciaal voor een voorstelling gecomponeerde live uitgevoerde muziek. Een ontwikkeling waar ITA zich, nu Eline Arbo daar de scepter zwaait, bij aansluit.

De muziekwereld is veel behoudender dan de toneelwereld. Nog steeds zijn concerten, zowel van klassieke als van hedendaagse muziek, meestal uiterst serieuze aangelegenheden voor in het zwart geklede musici en ernstig kijkend publiek.

Gelukkig is er bij de uitvoerders van hedendaags repertoire een kentering gaande. Asko|Schönberg, Nieuw Amsterdams Peil en vooral Ragazze Quartet lopen daarbij in Nederland voorop. Met een lichtplan en een choreografie zijn hun concerten ook boeiend om naar te kijken. En daardoor spannender en interessanter voor een ander en jonger publiek dan de traditionele concertgangers.

Mijn absolute topfavoriet bij deze modernisering van de concertpraktijk is Ensemble Musik Fabrik uit Keulen. Hun Delusion of the Fury van Harry Partch, in de regie van Heiner Goebbels, is tot nu toe het beste wat ik ooit heb gezien.

In Theater Bellevue, niet een theater waar ik dat verwachtte, is Philip Glass; Songs & Poems, Tissues & Issues in première gegaan. Met Esther Apituley, Jeroen van Veen en Tatiana Koleva. Regie en vormgeving zijn van Titus Tiel Groenestege en er zijn tekstbijdragen van onder anderen Don Duyns.

Op het programma Koyaanisqatsi, Tissue No. 7, Songs & Poems 7, Tissue 1, Roving Mars, Tissue 2, 1 + 1, Songs & Poems 2, Mad Rush, Closing en Tissue No. 6. Dat zijn weliswaar stuk voor stuk redelijk toegankelijke composities van Philip Glass. Toch voegt ook hierbij regie, choreografie, licht, en op het achterdoek geprojecteerde beelden, heel veel toe.

Ik geef toe, ik ben een fan, maar het is fantastisch om Tatiana Koleva weer eens bezig te zien, een van de beste percussionisten van Nederland. Ook altviolist Esther Apituley en zeker toetsenist Jeroen van Veen behoren op hun instrument tot de Nederlandse top.

Ik zie op de speellijst dat Philip Glass; Songs & Poems, Tissues & Issues na de première van vanavond nog maar drie keer geprogrammeerd staat. Dat is schandalig weinig. Het moet echt volgend seizoen hernomen worden. Veel meer mensen moeten de kans krijgen dit in alle opzichten heel geslaagde theatrale concert mee te maken.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar:Kikproductions of Esther Apituley

 

Recensie: De wetten van ITA Ensemble / Eline Arbo

 

●●●○○

 

DE WETTEN


ITA ENSEMBLE / ELINE ARBO  

 

Door Piet van Kampen, gezien 10 maart 2024  

Weer dat cirkelvormige draaiende plateau? Regisseur Eline Arbo en scenograaf Roel Van Berckelaer zeggen voor dat cirkelvormige plateau te hebben gekozen vanuit het idee dat De wetten een trilogie vormt met De jaren en De uren, de twee voorstellingen waarin die draaischijf eerder werd gebruikt: “Omdat het alledrie verhalen zijn over vrouwen die binnen de patriarchale structuur een eigen stem zoeken.”

Het is zeer de vraag of het (beschuldigende) begrip 'patriarchaal' wel hout snijdt. Want het is in De wetten overduidelijk de vrouw, Marie Deniet, die volledig de controle heeft in haar relaties met zes van de zeven mannen. Alleen bij De kunstenaar voelt ze zich, omdat ze verliefd is, gedwongen die controle los te laten.

Ilke Paddenburg als Marie opent de voorstelling met “U luistert. Het is toch uw vak in mijn woorden iets te beluisteren wat ik niet zeg […]” Ze kijkt daarbij een paar seconden naar Thijs van Vuure, naast haar achter zijn muziekinstrumenten, maar daarna naar ons in de zaal. Vanaf dat moment zijn wij de zwijgende psychiater uit het slothoofdstuk van de roman. Die ingreep om de zes andere personages in te kaderen in Marie's slotmonoloog bij De psychiater werkt goed.

Dat geldt ook voor Arbo's keuze om twee van de zeven mannen uit de roman door vrouwelijke acteurs te laten spelen. Daarmee benadrukt ze dat het er bij de zoektocht van Marie naar wie ze is vooral om gaat dat het zeven leermeesters zijn en niet perse zeven mannen.

Toch zijn het naast hoofdrolspeler Ilke Paddenburg (Marie) niet Janni Goslinga (De fysicus) en Chris Nietvelt (De filosoof) maar drie mannelijke acteurs waarvan het spel er wat mij betreft bovenuit stijgt: Jesse Mensah (De epilepticus), Steven Van Watermeulen (De priester) en vooral Eelco Smits (De kunstenaar).

Het is ook pas in de scene met Smits (goed dat hij terug is bij ITA), aan het eind van de voorstelling, dat Paddenburg, omdat haar personage dan de controle loslaat, echt kan laten zien wat een fantastische actrice ze is.

De wetten is een minder geslaagde voorstelling dan De uren en vooral De jaren. Nu ik vanwege de voorstelling De wetten heb herlezen, valt me (weer) op hoe goed die roman is en hoe goed geschreven. In Arbo's bewerking is het mede die goede tekst die de voorstelling de moeite waard maakt.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: ITA

Recensie: (v) van DeNweTijd / Rosa Vandervost en Freek Vielen

 

 

●●●●○

 

(V)

 

DeNweTijd / ROSA VANDERVORST EN FREEK VIELEN

 

Door Piet van Kampen, gezien 7 maart 2024

Nobelprijswinnaar Annie Ernaux (1940) is al in de zeventig als ze zich in Mémoire de fille (2016) – een belangrijke inspiratiebron voor (v) – tastend en zoekend in haar herinneringen een weg baant naar de zomer van 1958. Omdat ze probeert terug te halen wat ze voelde toen ze als meisje van zeventien voor het eerst met een mannelijke erectie kennismaakte.

Evgenia Brendes (1989), Brenda Corijn (1998), Mieke De Groote (1958), Suzanne Grotenhuis (1985) en Ellis Meeusen (1993) interviewden als voorbereiding voor de voorstelling (v) eerst hun moeders (Mieke De Groote haar dochter) en daarna elkaar. Eerst over hoe het was toen ze zeventien waren. Daarna over de eerste keer ongesteld zijn, oefenen voor je eerste tongzoen, scheren van je benen, en wat je nog meer allemaal meemaakt en doet omdat je (v) achter je naam hebt staan.

Die voorbereiding van (v) lijkt op de research voor een documentaire. Maar je kunt er ook een parallel in zien met het tastend en zoekend schrijven van Ernaux. Met als belangrijk verschil dat bij Ernaux die zoektocht wèl en bij de voorstelling (v) niet in het eindresultaat is opgenomen.

Op het podium de vijf actrices, op een groot scherm op de achterwand zo nu en dan de moeders van Evgenia (in het Russisch), Brenda (in het Portugees) en Ellis (in het Mortsels). Als een van de vijf een herinnering vertelt, leven de andere vier mee met hun stille spel en laten daarmee zien dat degene die aan het woord is, gehoord en gezien wordt. Andere vormen van dialoog zijn er niet.

Het deel over ongewilde aanrakingen door mannen duurt behoorlijk lang. Is dat omdat het een onderwerp is dat de vijf op het podium erg bezighoudt? Omdat ze daar alle vijf vaak last van hebben? Omdat het gereduceerd worden tot anoniem lustobject voor vrouwen een zo goed als dagelijkse ervaring is? Of ervaar ik het als erg lang, omdat ik me er als man ongemakkelijk bij voel?

(v) naar een idee van, en geregisseerd door, Rosa Vandervost en Freek Vielen (met tekstbijdragen Rebekka de Wit) is een moedige en indrukwekkende voorstelling. Dat we bij elk thema een groot aantal herinneringen te horen krijgen en dat bij alle onderwerpen meer vrouwen, elk op hun eigen manier, hun ervaringen vertellen, is de kracht van de voorstelling. Want daardoor stijgt het uit boven anekdotiek en krijgt het universele zeggingskracht.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: DeNweTijd

Recensie: Julie van ITA-Ensemble / Rebecca Frecknall

●●○○○

 

JULIA


ITA-ENSEMBLE / REBECCA FRECKNALL

 

Door Piet van Kampen, gezien 25 februari 2024

De Engelse regisseur Rebecca Frecknall (1986) wil de machtsdynamiek tussen mannen en vrouwen onderzoeken: liefde waaronder haat verborgen ligt, afkeer dat verlangen creëert, vertrouwen dat angst probeert te maskeren.

Begrijpelijk dat ze voor August Strindbergs Fröken Julie (1888) kiest, waarin dat allemaal te vinden is. En dat dan ook nog eens tegen een achtergrond van maatschappelijke tegenstellingen. Want de drie personages, in de bewerking van Frecknall, zijn rijkeluisdochter Julie, poetsvrouw Christine en haar man Jan, de chauffeur van Julie's vader.

Terwijl Julia's vader op reis is en boven het feest ter gelegenheid van Julie's eenentwintigste verjaardag bezig is, speelt het drama zich beneden in de keuken af. Centraal daarin staat het 'spel' dat Julie denkt te spelen met Jan, wat tot een voor haar fatale afloop leidt.

In Julie zijn slechts drie personages, waarvan er twee voortdurend, ook in ogenschijnlijk oprechte momenten, hun verborgen opportunistische doeleinden moeten laten doorschemeren. Dat vraagt nogal wat van acteurs.

Hannah Hoekstra, een van de beste acteurs van haar generatie, misschien wel de beste, zou een ideale acteur zijn voor een personage dat onder wat ze zegt en doet steeds subtiel de psychologie van wat daaronder zit laat merken. Maar Hoeksta speelt Christine, de enige van de drie personages zonder verborgen agenda.

Het centrale personage is Julie, en daarmee komt het gewicht van deze voorstelling vooral op de schouders te liggen van de nog niet zo ervaren Eefje Paddenburg. Regisseur Rebecca Frecknall is er niet in geslaagd haar die zware last overtuigend te laten dragen, het spel van Paddenburg is te eendimensionaal en te clichématig.

Maar regisseur Rebecca Frecknall heeft met haar Julie vooral niet duidelijk kunnen maken dat de thematiek die Strindbergs meer dan 130 jaar geleden beschreef ook nu nog sterk genoeg is om een publiek 'te choqueren en te provoceren' zoals ze zegt te beogen.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar:  ITA-Ensemble

 

Recensie: Weiblicher Akt 13 – De Ander (v.) van Maatschappij Discordia

●●●○○

 

WEIBLICHER AKT 13 - DE ANDER (V.)


MAATSCHAPPIJ DISCORDIA  

 

Door Piet van Kampen, gezien 16 februari 2024  

Na een voorspel dat we gewend zijn bij Maatschappij Discordia – het ogenschijnlijk nog niet begonnen zijn en toch beginnen, even iets veranderen aan de rekwisieten – trappen de drie acteurs (v) af met Levinas en dus met de vraag of het ik pas ik wordt door de ander. Waarna ze vanuit verschillende invalshoeken filosoferen over de vraag of de ander al dan niet al latent in het ik aanwezig is.

In de twaalf eerdere voorstellingen van de serie Weiblicher Akt werd of een bestaande tekst vanuit vrouwelijk perspectief herschreven, zoals in Mevrouw Macbeth, of was een schrijver/denker (v) uitgangspunt, zoals in Liebe Jelinek en Love Sontag.

Nu, in de dertiende Weiblicher Akt, wordt met verwijzingen naar meer dan één schrijver, onder meer Adam Phillips, Aminata Cairo (v), Carl Jung, Jean-Paul Sartre en Witold Gombrowicz, het thema 'De Ander' verkend. Wat wel hetzelfde is, is de vervlechting met persoonlijke, of als persoonlijk gepresenteerde, herinneringen van de drie acteurs (v) aan dat thema.

Omdat nu niet een schrijver leidend is maar een thema, en de drie dus ook geen personen uit het leven of personages uit het werk van een centraal staande schrijver kunnen spelen, spelen Annette Kouwenhoven, Miranda Prein en Zephyr Brüggen af en toe elkaar. En dus de ander.

Ook de vraag hoeveel verhalen er denkbaar zijn, hoeveel plots er mogelijk zijn, komt aan de orde. Zijn dat precies de The Thirty-Six Dramatic Situations van Georges Polti? Of zijn het er meer? Of minder? En dan is er nog de vraag naar de symboliek van een struisvogelei.

In eerdere Weiblicher Akte werd het werk van een specifieke schrijver geciteerd, bevraagd en becommentarieerd. Nu is er niet zo'n enkelvoudig houvast. Daardoor is Weiblicher Akt 13 – De Ander (v.) extra spannend: is het de makers gelukt om ook zonder zo'n schrijver om zich toe te verhouden een prikkelende voorstelling te maken? Het antwoord daarop is ja.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Maatschappij Discordia

 

Recensie: Opening Night van DE HOE

●●●●●

 

OPENING NIGHT


DE HOE

 

Door Piet van Kampen, gezien 17 januari 2024

Kan een recensie beginnen met het citeren van de laatste laatste woorden van de slotmonoloog? Doe je dan recht aan de opbouw en de gelaagdheid van de voorstelling? 

Mitch: ‘Als we zeggen dat we de liefde hebben leren kennen door ze te spelen, wat iedereen vanavond gezegd heeft, en als we zeggen dat het belangrijkste wat we kennen de liefde is, en dat we met de liefde kunnen spelen, dan kan je met minder belangrijke dingen dus ook spelen. Dan kan ik ook spelen met hoe ik naar de wereld kijk. Alles is een toneelgezelschap, een gezin is ook een toneelgezelschap, een politieke partij is ook een toneelgezelschap, zelfs een toneelgezelschap is een toneelgezelschap’.

Opening Night van DE HOE is gebaseerd Opening Night van John Cassavetes uit 1977, een film over een voorstelling. De voorstelling van DE HOE begint met een projectie van de 'hoteldeurscène' uit die film.

Cultuurcentrum Diest, 2020, twee broers corrigeren elkaar voortdurend als ze met elkaar praten. Peter koketteert graag met Michel de Montaigne, zijn broer Willem zoekt het meer bij Arthur Schopenhauwer. 

Wat die scène uit de herneming van De Nijl is in Caïro aangekomen te maken heeft met Opening Night? Peter Van den Eede, die in Opening Night speelt dat hij weigert tekst uit zijn hoofd te leren, refereert bij zijn argumentering daarvoor aan een moment in Diest waarop hij bij De Nijl [...] een black-out kreeg en zijn tekst niet meer wist. 

Hoorde dat erbij? Toen ik bij De Nijl [...] was, in Amsterdam, vergat hij zijn tekst niet. Het hoorde er dus blijkbaar niet bij. 

Maar is het waar wat hij vertelt over de black-out in Diest?

'Zelfs een toneelgezelschap is een toneelgezelschap’

Opening Night, van en met Natali Broods, Mitch Van Landeghem, Willem de Wolf, Laurence Roothooft, Carine van Bruggen, Peter Van den Eede, Greg Timmermans, Wannes Gyselinck, en cameraman Shane Van Laer, onderzoekt, net als de film waarop het is gebaseerd, de ware aard van liefde. Het gaat daarbij om wat 'echt' is en 'niet echt' en wat bij het repeteren en spelen van dat onderzoek naar de ware aard van liefde 'echt' en 'niet echt' is.

Opening Night is subliem theater over theater, waarbij 'stil spel' ontzettend veelzeggend is en waarin van heel dichtbij live gefilmde beelden en eerder opgenomen beelden van gespeelde repetities heel veel toevoegen.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: DE HOE

 

Recensie: Rhapsody van LOD Muziektheater & Asko|Schönberg

 

●●●●○

 

RHAPSODY

 

LOD MUZIEKTHEATER & ASKO/SCHÖNBERG

 

Door Piet van Kampen, gezien 23 november 2023

In zijn televisieserie Van de schoonheid en de troost uit 2002 opende Wim Kayzer het gesprek met kunstenaars, wetenschappers en filosofen steeds met 'Vertel me wat dit leven de moeite waard maakt.'

Josse De Pauw selecteerde voor Rhapsody fragmenten uit de interviews met Jane Goodall, George Steiner, John Coetzee, Karel Appel en Edward Witten. Die vijf spreken allemaal op hun eigen manier, vaak hardop denkend, soms aarzelend, soms vastberaden, maar ook alle vijf met een eigen ritme. In zijn tekstbehandeling hanteert De Pauw dan ook verschillende manieren van voordragen, van heel snel bij bijvoorbeeld Karel Appel tot heel bedachtzaam bij Coetzee.

Componist Frederik Neyrinck vond daar een muzikaal equivalent bij, de rapsodie, waarin hij vrij was om motieven te combineren, te associëren en te elimineren. De muziek en de tekst worden niet na elkaar ten gehore gebracht maar gelijktijdig, waarbij de muziek de verschillen in spreekstijl van De Pauw spiegelt.

Hoewel De Pauw erin slaagt om de gedachten van Goodall, Steiner, Coetze, Appel en Witten* te laten horen alsof ze ter plaatste ontstaan en hoewel het stuk voor stuk boeiende fragmenten zijn, lukt het me niet om me voortdurend op de tekst te concentreren. Dat ligt niet aan Josse De Pauw of aan de door hem gekozen fragmenten.

Het komt door de muziek. Die is zo ontzettend boeiend, zo rijk aan klankkleuren, waarbij vooral de prachtige lage klanken van (bas)klarinet en trombone me steeds weer verrassen. Het is dus uitsluitend Neyrinck en de vijf musici van Asko|Schönberg** aan te rekenen.

*Jane Goodall, etholoog, specialisme chimpansees / George Steiner, literatuurwetenschapper en cultuurfilosoof / John Coetzee, tweevoudig winnaar van de Bookerprijs / Karel Appel, schilder, lid van de Cobragroep / Edward Witten, natuurkundige en wiskundige.

** Anna voor de Wind, klarinet, basklarinet, Koen Kaptijn, trombone, Joey Marijs, slagwerk, Jellantsje de Vries, viool, Sebastiaan van Halsema, cello.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: LOD Muziektheater

Recensie: Superposition van Toneelschuur Producties / Vanja Rukavina

 

●●●●●

 

SUPERPOSITION


TONEELSCHUUR PRODUCTIES / VANJA RUKAVINA

 

Door Piet van Kampen, gezien 10 november 2023

In Superposition worden drie talen gesproken: Nederlands, Japans en Engels, met ook boventiteling in die drie talen. Vier wiskundigen, twee statistici en twee theoretisch mathematici, bereiden een presentatie voor voor het International Congress of Mathematicians (ICM). Twee zijn Nederlands, twee Japans. Drie zijn vrouw, één is man. Hun gezamenlijke doel: een formule ontwikkelen die alle cultuurverschillen verklaart.

Al bij de kennismaking van de twee Nederlandse wiskundigen met hun twee Japanse collega's leiden cultuurverschillen tot misverstanden. Taal in de ruimste zin van het woord speelt daarbij een grote rol. Als statisticus Cecile (Keja Klaasje Kwestro) bijvoorbeeld het handgebaar maakt dat in Nederland hoort bij 'mmm... dat is lekker' kijken de twee Japansen heel verstoord. Als ze begrijpt wat de bedoeling was, laat fundamenteel wiskundige Shihoko (Mizuki Kondo) zien dat Japanners in zo'n geval en heel ander gebaar maken.

De cultuurverschillen en de daardoor veroorzaakte misverstanden blijven niet beperkt tot die van mensen uit twee verschillende werelddelen. Ook als projectleider professor Madoka (Rino Daidoji) haar ondergeschikte Shihoko voordoet hoe je 'kankerzooi!' zegt bijvoorbeeld, leidt dat tot een ongemakkelijke situatie. Zelfs de inhoudelijk eensgezinden, de twee theoretisch wiskundigen, bondgenoten in hun meningsverschil met de twee statistici, botsen met elkaar als nerd Finn (Bram Suijker) geïrriteerd reageert bij wat hij als gedram van fanaticus Shihoko over het nul- axioma ervaart.

Vanja Rukavina schreef samen met dramaturg Thomas Lamers het concept, de uiteindelijke tekst kwam tot stand tijdens het repetitieproces. De invloed van Rino Daidoji en Mizuki Kondo, beiden niet alleen acteur maar ook theatermaker, is dan ook onmiskenbaar. Geweldig goede actrices zijn het trouwens, die heel makkelijk schakelen van ingetogen naar extravert (ze wonen en werken al enige tijd in Europa).

Het is een vondst om het kennismakingsgesprek uit het begin aan het eind letterlijk terug te laten komen. De tweede keer dan ook nog eens met Bram Suijker als Madoka en Keja Klaasje Kwestro als Shihoko, in het Japans, en de twee Japanse actrices als Cecile en Finn in het Nederlands. Die persoonsverschuiving en die taalverschuiving creëren sowieso al een extra laag. Maar omdat we als publiek inmiddels veel meer weten over de vier personages, komen er daardoor nog eens een paar lagen bij.

Superposition is kortom een heel intelligent en heel geestig spel met culturele verschillen en culturele misverstanden. Een feest voor de taalliefhebber.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Toneelschuur Producties

Recensie: Orlando van Toneelschuur Producties / Loek de Bakker

●●●○○

 

ORLANDO


TONEELSCHUUR PRODUCTIES / LOEK DE BAKKER  

 

Door Piet van Kampen, gezien 19 oktober 2023   

Milou van Duijnhoven, die Orlando speelt, pakt de zaal meteen in. Ze maakt een korte beweging met haar hoofd naar opzij, alsof ze wil laten zien dat ze overal schijt aan heeft en voor niemand bang is. Al snel komt haar Orlando ook verbaal met een krachtig statement 'Ik ben Orlando, ik bepaal zelf wie ik ben'.

De voorstelling Orlando is geïnspireerd op Orlando: A Biografy van Virginia Woolf uit 1928, een fictieve biografie, opgedragen aan Vita Sackville-West, waarin Woolf de grenzen van het genre verkent. Op een lichte, humoristische toon beschrijft Woolf het leven van Orlando dat zich uitstrekt over drie eeuwen, een leven waarin Orlando begint als edelman, maar later, nadat hij voor de tweede keer ontwaakt uit een comateuze slaap van een week, vrouw blijkt te zijn geworden: 'Hij rekt zich uit. Hij verheft zich van zijn bed. Hij staat volkomen naakt voor (…) ons, hij is een vrouw.’*

In de bewerking van Loek de Bakker en Tjeerd Posthuma kijken we niet naar de personages door de ogen van een biograaf, we zien Orlando en de mensen met wie hij/zij in contact komt dus ook zonder het becommentariërende geestige oordeel.

De voorstelling houdt zich wel aan de tijdsopbouw van de roman van Woolf, maar in welke periode we terecht zijn gekomen, moeten we opmaken uit de kostuums en uit de namen van de gesprekspartners. Er is niet zoiets als geprojecteerde jaartallen bijvoorbeeld, wat wel handig zou zijn geweest. 

De eerste met wie we Orlando zien is koningin Elizabeth I, gespeeld door Michael Muller. Later zijn we er getuige van hoe hij verliefd wordt op de Russische Sacha, gespeeld door Alicia Boedhoe en hoe ze (Orlando is dan inmiddels vrouw) valt voor Shelmerdine, ook door Michael Muller gespeeld. Uiteindelijk bevrijdt Orlando zich ook van haar vrouw-zijn en beweegt als een hordeloper over het inmiddels zo goed als ontmantelde decor. 

De korte beweging met haar hoofd in de eerste minuut herhaalt Milou van Duijnhoven naar mijn smaak iets te vaak. Daardoor verliest dat gebaar aan kracht en gaat het iets te veel in de richting van een Koefnoenachtig typetje. Jammer, want afgezien daarvan is het spel van Van Duijnhoven heel krachtig en heel overtuigend.

*Virginia Woolf, Orlando, een biografie, vertaling Gerardine Franken.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Toneelschuur Producties

 

Recensie: Op hoop van zegen van Dood Paard

●●●●●

 

OP HOOP VAN ZEGEN


DOOD PAARD

 

Door Piet van Kampen, gezien 14 oktober 2023

Vijf acteurs spelen er in Op hoop van zegen van Dood Paard, waarvan er vier meerdere personages voor hun rekening nemen, veertien om precies te zijn. Alleen Manja Topper is daarvan uitgezonderd, die speelt alleen Knier (zonder diminutiefsuffix dus). 

Vrouwelijke acteurs die mannen spelen, mannelijke die vrouwen vertolken, een acteur die twee personages speelt die een dialoog hebben met elkaar, reder Bos in een leren rok. Helemaal conventioneel pakt Dood Paard het dus niet aan.

Maar wat er in de voorstellingsinformatie staat is (bewust?) misleidend. Dood Paard heeft het daar over 'een uitgebeende versie van Op hoop van zegen'. Niks uitgebeend! Dood Paard speelt Op hoop van zegen zo goed als integraal.

Door in dit visserijdrama zo aangrijpend mogelijk de ellende van de vissers en hun gezinnen te beschrijven – de onderbetaling, de slecht onderhouden schepen, de afhankelijkheid van reders die alleen door winstbejag worden gedreven en de assurantiepenningen opstrijken als er weer een wrakke schuit is vergaan - stelde Heijermans het kapitalisme aan de kaak. En zonder dat daar in de voorstelling expliciet naar wordt verwezen, zijn de parallellen met pakketbezorgers, bagage-afhandelaars en anderen die nu worden uitgebuit overduidelijk.

Bij de openingsscène is het nog wel even zoeken wie wie is, vooral omdat Joachim Robbrecht als Clementine (de dochter van reder Bos) de voor haar poserende Cobus (gespeeld door Dinda Provily) niet tekent, maar met een smartphone fotografeert. Wat overigens het enige anachronisme in de hele voorstelling zal blijken te zijn.

Maar het went snel al die dubbelrollen en die man-vrouwverschuivingen. Terwijl het tempo vanaf het begin meteen hoog is, veel hoger veronderstel ik dan bij de première van het stuk op 24 december 1900 in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam.

Opgesloten in een decorgroot visnet maken Manja Topper, Kuno Bakker, Joachim Robbrecht, Dinda Provily en Tomer Pawlicki een memorabele Op hoop van zegen, veruit de beste die ik ooit zag.

Ga voor de speellijst en voor meer informatie naar: Dood Paard